
Welke straf of boete krijg je bij een vluchtmisdrijf en wat is het verschil met het misdrijf niet ter plaatse blijven?

door Mr. Abdel Belkhouribchia
Vluchtmisdrijf is een veelgehoorde aanklacht op een zitting van de Politierechtbank. Ons kantoor ontvangt hierover dan ook heel wat vragen, zoals:
Welke straf krijg je voor een vlucht misdrijf?
Kan je vluchtmisdrijf plegen bij lichte schade of blikschade of ten aanzien van een geparkeerde auto?
Kan je onbewust vluchtmisdrijf plegen?
Ontkom ik een boete voor vluchtmisdrijf als ik mezelf ga aangeven binnen 24u?
Hoe gaat de verzekering om met vluchtmisdrijf?
Hierna kan je een antwoord terugvinden op deze en andere vragen.
Verschil vluchtmisdrijf en niet ter plaatse blijven
De wegcode maakt een belangrijk onderscheid tussen de inbreuk “vluchtmisdrijf” en de inbreuk “niet ter plaatse blijven”, een verschil dat een grote impact heeft op de straf die kan opgelegd worden.
Niet ter plaatse blijven
Artikel 52 van de Wegcode bepaalt dat elke betrokkene in een ongeval ter plaatse moet blijven teneinde gezamenlijk de nodige vaststellingen te doen, of, bij een ongeval dat lichamelijk letsel heeft veroorzaakt, een bevoegd persoon toe te laten de nodige vaststellingen te doen.
De inbreuk ‘niet ter plaatse blijven’ wordt minder streng bestraft dan vluchtmisdrijf.
Het niet ter plaatse blijven betreft een overtreding van de eerste graad waarbij de wet niet voorziet in een rijverbod, maar enkel een geldboete van € 80,00 tot € 2.000,00.
Het onderscheid tussen vluchtmisdrijf en niet ter plaatse blijven wordt bepaald door het intentioneel element. Indien je niet de intentie had om je aan dienstige vaststellingen te onttrekken maar toch de plaats van het ongeval hebt verlaten kan er eventueel vervolgd worden voor het “niet ter plaatse blijven”.
Veel beklaagden stellen dat ze “onbewust vluchtmisdrijf” pleegden omdat ze het ongeval niet gevoeld, gezien of gehoord hebben. Gezien de veel gunstigere strafmaat komt het er op aan de strafrechter hiervan dan ook te overtuigen. De aantijging “intentie om zich aan dienste vaststellingen te onttrekken” moet weerlegd worden door de beklaagde.
Deze argumentatie vraagt kennis en ervaring. Hiervoor kan je op ons rekenen. Neem contact!
Het vluchtmisdrijf
Artikel 33 Wegverkeerswet bepaalt:
1.Met gevangenisstraf van vijftien dagen tot zes maanden en met geldboete van 200 euro tot 2.000 euro of met een van die straffen alleen wordt gestraft:
1° elke bestuurder van een voertuig of van een dier die, wetend dat dit voertuig of dit dier oorzaak van, dan wel aanleiding tot een verkeersongeval op een openbare plaats is geweest,
2° hij die wetend dat hij zelf oorzaak van, dan wel aanleiding tot een verkeersongeval op een openbare plaats is geweest,
de vlucht neemt om zich aan de dienstige vaststellingen te onttrekken, zelfs wanneer het ongeval niet aan zijn schuld te wijten is.
2.Heeft het ongeval voor een ander slagen of verwondingen tot gevolg gehad, dan wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van vijftien dagen tot drie jaar en met een geldboete van 400 euro tot 5.000 euro of met een van die straffen alleen en met het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig voor een duur van ten minste drie maanden en ten hoogste vijf jaar of levenslang.
Heeft het ongeval voor een ander de dood tot gevolg gehad, dan wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van vijftien dagen tot vier jaar en met een geldboete van 400 euro tot 5000 euro of met een van die straffen alleen en met het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig voor een duur van ten minste drie maanden en ten hoogste vijf jaar of levenslang.
Het herstel van het recht tot sturen is afhankelijk van het slagen voor het theoretisch examen, het praktisch examen en het psychologisch onderzoek bedoeld in artikel 38, § 3, eerste lid.
3. 1°Met een gevangenisstraf van een maand tot vier jaar en met een geldboete van 400 euro tot 5 000 euroof met een van deze straffen alleen, wordt hij gestraft die, na een veroordeling met toepassing van artikel 33, § 1 of 33, § 2 binnen drie jaar te rekenen van de dag van de uitspraak van een vorig veroordelend vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan een van de bepalingen van artikel 33, § 1 overtreedt.
2° Hij die, na een veroordeling met toepassing van artikel 33, § 1, of 33, § 2, binnen de drie jaar te rekenen van de dag van de uitspraak van een vorig veroordelend vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan artikel 33, § 2, overtreedt wordt gestraft met een gevangenisstraf van een maand tot acht jaar en met een geldboete van 800 tot 10 000 euro, of met een van deze straffen alleen.
De straf voor een vluchtmisdrijf is dus duidelijk strenger dan die voor het misdrijf niet ter plaatse blijven. Naast een boete voor vluchtmisdrijf riskeer je ook een gevangenisstraf. De straf voor vluchtmisdrijf met gewonden is aanmerkelijk hoger dan bij vluchtmisdrijf zonder gewonden. Er is ook een rijverbod gekoppeld aan het vluchtmisdrijf dat verder gaat dan stoffelijke schade.
Uit de wetsbepaling volgt dat er slechts sprake is van een vluchtmisdrijf wanneer navolgende voorwaarden zijn vervuld:
- Je moet op een openbare plaats een verkeersongeval hebben veroorzaakt of ertoe aanleiding zijn geweest.
Het feit of het verkeersongeval al dan niet jouw schuld is, is hierbij irrelevant.
2. Er is een ongeval vereist.
Ook wanneer er geen gewonden zijn of er geen schade werd veroorzaakt zal er sprake zijn van vluchtmisdrijf wanneer men zich aan de dienstige vaststellingen onttrekt.
Het aanrijden van een geparkeerd voertuig, lichte schade, blikschade,… komen aldus ook allemaal in aanmerking voor een veroordeling tot vluchtmisdrijf, wanneer aan de andere voorwaarden is voldaan.
3. Het moet gaan over een opzettelijk wegvluchten.
Je moet dus de intentie hebben om je te onttrekken aan dienstige vaststellingen.
Wanneer niet weet dat er een aanrijding of ongeval is geweest waarbij men betrokken was kan men uiteraard ook niet de intentie hebben gehad om zich te onttrekken aan dienstige vaststellingen.
Denk hierbij bijvoorbeeld aan het geval waarbij men bij het parkeren de bumper van een ander geparkeerd voertuig zeer licht raakt zonder dit te beseffen. Men moet er zich dus van bewust zijn dat men betrokken is geweest bij een verkeersongeval.
4. Het moet duidelijk zijn dat je de vlucht nam om je te onttrekken aan dienstige vaststellingen.
Zeer belangrijk te noteren is het feit dat het vluchtmisdrijf een onmiddellijk aflopend misdrijf is:
Wanneer men de plaats van het ongeval verlaat pleegt men vluchtmisdrijf. Dit kan op een later tijdstip niet recht getrokken worden door nadien terug te keren of aangifte te gaan oen bij de politie. Het louter aangeven van vluchtmisdrijf binnen 24 uur zal dan ook niet tot een vrijspraak of seponering van het dossier leiden.
Ook het achterlaten van je identiteitsgegevens zal niet volstaan en ook in dat geval stel je jezelf dus bloot aan vervolging.
Slachtoffer van vluchtmisdrijf
Ons kantoor ontvangt ook cliënten die slachtoffer werden van een vluchtmisdrijf. Het is daarbij belangrijk dat u zo snel mogelijk aangifte doet bij de politie en kopie van het proces verbaal bezorgt aan de verzekeraar. Getuigen die een nummerplaat konden onthouden zijn uiteraard belangrijk.
Er zijn nadien een aantal scenario’s mogelijk waarbij de verzekering al dan niet zal tussenkomen. Het is immers zo dat bij een vluchtmisdrijf de BA-verzekering van de dader niet kan aangesproken worden gezien deze onbekend is.
- U hebt een BA-verzekering: deze komt niet tussen voor uw eigen schade. Indien u lichamelijke schade het kan u het Belgisch Gemeenschappelijk Waarborgfonds aanspreken.
- U hebt een bestuurdersverzekering: deze komt tussen voor lichamelijke schade die u als bestuurder zou lijden.
- U hebt een omniumverzekering: de materiële schade van uw voertuig wordt vergoed door uw eigen verzekering
Indien de dader van het ongeval kan aangetroffen worden, zal diens verzekering aangesproken worden. Mocht dat ook onmogelijk blijken, hebt u nood aan een advocaat die voor u de schade zal verhalen bij de dader. Als u een rechtsbijstandsverzekering hebt, kan deze tussenkomen in uw juridische kosten.